letters en lekkers voor veggies en andere smulpapen


Witlofpasteitjes en salade van veldsla & appel


Kruimelend deeg dat een smeuïge vulling van witlof omhult: deze rijke pasteitjes zijn een ware traktatie op koude winterdagen. De salade zorgt voor een fris tegenwicht.

Schrik niet van de lange ingrediëntenlijst! Deze pasteitjes zijn best eenvoudig te maken. Heb je een keukenmachine, dan is het een fluitje van een cent om zelf deeg te kneden. Wil je een extra snelle versie, neem dan je toevlucht tot kant-en-klaar kruimeldeeg…

De pasteitjes zijn lekker als voorgerecht, maar met bijvoorbeeld wat gestoomde groenten erbij kun je ze perfect als hoofdgerecht serveren.

voor 6 pasteitjes

Ingrediënten
voor het deeg:
• 100 g koude boter, in blokjes
• 200 g fijne tarwebloem
• een snuifje zout
• ca. 0,5 dl koud water

voor de vulling:
• 3 flinke struikjes witlof
• 1 klontje boter + 1 el olijfolie
• 1 tl ruwe rietsuiker
• 1 el mosterd
• peper en zout
voor de bechamelsaus:
• 1 el boter
• 1 el bloem
• 1,5 dl melk
• peper en zout
• 50 g emmentaler kaas, geraspt

voor de salade:
• 100 g veldsla
• 1 appel, geschild en in blokjes
• 1 kneepje citroensap
• een handjevol walnoten of pecannoten
• 1 el (noten)olie
• een vleugje fleur de sel (of ander zout)

Zo maak je het
Roer het zout door de bloem. Kneed dan de boter door de bloem tot je een kruimelend mengsel hebt. Voeg beetje bij beetje het water toe tot je een samenhangend deeg kunt vormen. Misschien heb je niet al het water nodig of misschien een beetje meer. Kneed je deeg niet te lang. Van zodra je een bal hebt, wikkel je hem in plasticfolie en leg je hem een halfuur in de koelkast.

Snijd de onderkant van de witlofstruikjes en verwijder de buitenste bladeren. Snijd de stronkjes in de lengte doormidden en dan overlangs in schijfjes. Verhit de boter en de olijfolie in een pan en stoof daarin het witlof op hoog vuur. Blijf roeren. Voeg de suiker toe en roer tot het witlof enigszins karameliseert. Zet een deksel op de pan en laat het witlof stoven tot het gaar is. Kruid met peper en zout en roer er de mosterd door.

Maak terwijl het lof gaart de bechamelsaus. Smelt de boter in een steelpan en roer er de bloem door. Blijf roeren terwijl je beetje bij beetje de melk toevoegt. Verhit al roerende op een zacht vuurtje tot de saus flink is ingedikt. Breng op smaak met peper en zout.

Roer de bechamelsaus en de geraspte kaas door het witlofmengsel. Laat het geheel afkoelen.

Verwarm de oven voor op 180° Celsius.

Haal het deeg uit de koelkast en verdeel het in zes gelijke stukken. Rol elk stuk tot een balletje en rol het met de deegroller uit tot een dunne cirkel.

Schep telkens op de helft van elke cirkel een paar lepels van de witlofvulling. Vouw de andere helft van het deeg erover en plooi de randjes om. Prik met een vork in de bovenkant van elk pasteitje. Leg de pasteitjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze ca. 20 minuten in de oven op 180° Celsius, of tot ze goudbruin kleuren.

Was de veldsla en zwier hem droog. Besprenkel de appelblokjes met het citroensap en roer ze door de sla. Sprenkel er de (noten)olie en wat zout over. Rooster de noten in een droge koekenpan en strooi ze over de sla.

Serveer de warme pasteitjes met de salade.

2 Responses leave one →
  1. november 25, 2011

    Mmm, wil ik zeker eens uitproberen !

  2. Papa Hippopotam permalink
    december 8, 2011

    Heb gisteren deze lekkere pasteitjes gemaakt met Roquefort, wegens geen Emmenthaler in huis. Om duimen en vingers af te likken.

Leave a Reply

Note: You can use basic XHTML in your comments. Your email address will never be published.

Subscribe to this comment feed via RSS