Of ik nog eens een recept met rode biet wilde bedenken, vroeg een lezeres van mijn blog me een poosje geleden. Omdat ze het zo lief vroeg én omdat rode biet een razend interessante wintergroente is, ging ik de uitdaging graag aan.
Toch moet ik toegeven dat ik in eerste instantie weleens zucht als ik rode bieten in mijn groentetas aantref. Niet dat ik ze niet lekker vind, maar ze zijn niet bepaald ‘snel-klaar-groenten’ en het duurt dágenlang voor ik al dat rood uit mijn groenteplank krijg geschrobd.
Maar wat is de smaak van langzaam geroosterde bieten in de oven toch heerlijk aards en zoet! Totaal niet te vergelijken met het voorverpakte en plat gekookte spul uit de winkel.
Ik dresseerde mijn geroosterde bietjes op stukken knapperig brood, bestrooid met ‘kruimels’ van selderij en appel, en een vleugje za’atar. Een prima voorgerechtje voor een kerstmenu! Je kunt de bieten gerust een dag op voorhand roosteren, zodat je kerstavond stressvrij tegemoet kunt treden.
Met de geroosterde bieten kun je echter nog veel meer aanvangen: meng ze met gare linzen, veldsla en walnoten voor een heerlijke salade; pureer ze met look, verse kruiden en walnoten tot een verrassende dipsaus; of voeg ze toe aan risotto. Wie heeft er nog ideeën?
Misschien ten overvloede, maar toch: za’atar is een kruidenmengeling van o.a. oregano, sumak en sesamzaad. Je vindt za’atar kant-en-klaar in de winkel of je kunt het zelf maken. In sommige mengelingen zit grof zeezout; in andere niet. In dat laatste geval, kun je zelf nog wat zout toevoegen.
voor 4 personen
Ingrediënten
voor de bietjes:
• 8 kleine rode bietjes, geschild
• 3 el olijfolie
• 3 el balsamicoazijn
• 1,5 el ahornsiroop
• peper
• zout
• 4 grote sneden ciabattabrood (of 2 kleine ciabattabroodjes, doormidden gesneden)
• 1-2 el olijfolie
• 1 teen look, gepeld en gehalveerd
• een halve appel, geschild
• 2 stengels (bleek)selderij
• een vleugje citroensap
• 2-4 tl za’atar
• grof zeezout (optioneel)
• 4 blaadjes munt, ter garnering
Zo maak je het
Rooster eerst de bietjes. Verwarm daarvoor de oven tot 175° Celsius.
Snijd elke bietje in vier tot zes stukken. Leg ze in een braadslee. Sprenkel de olijfolie, de azijn en de siroop erover en hussel alles goed door elkaar. Bestrooi met peper en zout.
Dek de braadslee af met aluminiumfolie en zet ze in de oven. Laat ongeveer 1 uur roosteren.
Haal de folie eraf, roer alles nog eens goed door elkaar en zet opnieuw in de oven. Afhankelijk van de grootte van de stukken, moeten de bietjes nog ongeveer een halfuur roosteren. Het vocht zal nu ook indikken.
Roer regelmatig en test zo nu en dan de gaarheid. De bietjes zijn het lekkerst (vind ik) als ze goed gaar zijn, maar nog wel een stevige beet hebben.
Haal ze uit de oven en laat ze afkoelen.
Haal de vezels van de selderij. Snijd de appel en de selderij in piepkleine blokjes. Zo klein je kunt! Meng ze door elkaar en besprenkel ze met citroensap.
Strijk de sneden brood langs beide kanten in met olijfolie en wrijf er dan krachtig met de look over. Leg het brood op een bakplaat en rooster het in de oven (175° C) tot het lichtjes bruin en krokant is.
Snijd intussen de geroosterde bietjes in blokjes van ca. 1 bij 1 cm.
Leg op elk bord een sneetje geroosterd brood. Leg er wat blokjes rode biet op en besprenkel met wat van het rodebietenvocht. Bestrooi met za’atar (en eventueel grof zeezout). Leg er een eetlepel van de appel-selderijkruimels op en garneer met een blaadje munt.
Dien onmiddellijk op!