Het oudste vegetarische restaurant van Europa én het beste. Daarvoor moet je van Zürich naar Milaan. Dat kan met een directe treinverbinding, maar omdat mijn Geliefde een concert zou spelen in Chur en we nog wat wilden genieten van het Zwitserse natuurschoon, maakten we een ‘omweg’ langs de oudste stad van Zwitserland. Het werd een reis vol verbluffende landschappen, frisse Alpenlucht, muziek, lekkernijen, ontspannen terrasjes en zonnige meren.
Buffet zonder grenzen
Zürich, een gemoedelijke stad aan een groot meer, was onze eerste bestemming. We belandden er na een vlotte treinreis via Parijs en beloonden ons nog diezelfde avond met een lekker etentje in Hiltl. Hiltl werd gesticht in 1898 en is daarmee het oudste vegetarische restaurant van Europa. Verwacht je echter niet aan een oud en stoffig etablissement. Hiltl is jong, hip en springlevend. In Londen en Luzern at ik al eerder bij Tibits, Hiltls kleine zusje, en het principe is hetzelfde: je laadt je bord vol aan het buffet en aan de kassa betaal je per gewicht.
Het verschil tussen Hiltl en Tibits? Bij Hiltl heb je nóg veel meer keuze: tientallen schalen vol salades, curry’s, pastagerechten, kroketjes, beignets, pakora’s, peulvruchten, spring rolls etc. Hiltl heeft bovendien ook een gewoon restaurantgedeelte waar je à la carte kunt eten. Omdat er zo veel was en je onmogelijk alles kunt proeven in één keer, zijn we de volgende dag stiekem nog een keer teruggegaan … Wie o wie opent er een Hiltl of Tibits in Antwerpen? ;-)
Dat vegetariërs niet overal in Zürich welkom zijn, bewees dit bord bij een restaurant in opbouw ;-)
Maar welke vegetariër ligt daarvan wakker als er Hiltl is?
Snoepen in de oudste stad van Zwitserland
Na een flink uur op de trein zitten kwamen we in Chur aan. Dit oude, rustige stadje doet soms eerder aan als een uit de kluiten gewassen dorp, maar het is leuk flaneren door de autovrije straatjes van het oude centrum. Chur is ook een prima uitvalsbasis voor wandelingen in de bergachtige omgeving. Helaas hadden wij daar weinig tijd voor – mijn Geliefde moest immers zijn concert voorbereiden – dus hielden we het bij enkele kleine wandelingen, die toch al snel een mooi zicht op de stad boden.
Op culinair vlak kun je je in Chur verwachten aan Zwitserse klassiekers enerzijds en de Italiaanse keuken anderzijds. Op een koude avond deden we ons te goed aan kaasfondue; op een zonniger moment smikkelden we pizza. Wij hadden echter de indruk dat ze in Chur vooral van zoetigheden houden. De inwoners eten er gigantische porties ijs, en notentaart en kruidige kersenlikeur (Röteli) behoren tot de specialiteiten van Chur. Een leuk plekje om bij mooi weer te genieten van een taartje is Bühler’s Zuckerbäckerei aan de Obertor.
Dit oude bakkerijtje verkoopt ook de Bündner Pfirsichsteine: amandelbonbons in de vorm van een perziksteen, op smaak gebracht met specerijen en al dan niet in chocolade gehuld.
Wondermooie treinroute
In Chur vertrekt de Bernina Express, een trein die bestaat uit panoramawagons en die dwars door de Zwitserse Alpen tot in het Italiaanse Tirano rijdt. De rit duurt ongeveer vier uur, maar is vaak zo adembenemend mooi dat je je geen seconde verveelt. Het is meer dan begrijpelijk dat een groot deel van het traject UNESCO-werelderfgoed is. Het enige minpuntje: je wagon zou weleens gevuld kunnen zijn met een grote groep luidruchtige toeristen op leeftijd. Gelukkig wordt het voorbijglijdende landschap daar niet minder mooi van.
Mondain relaxen aan het meer
Van Tirano kun je meteen naar Milaan sporen, maar wij keerden nog even terug naar Zwitserland voor enkele zonnige dagen aan het meer van Lugano. Het oude centrum bevat een paar aangename straten, maar verder staat Lugano helaas volgebouwd met lelijke flatgebouwen en grote hotels. Lugano moet het dan ook vooral hebben van haar omgeving: de omliggende bergen en het uitgestrekte meer.
Met de boot vaarden we tot Gandria, een oud dorpje dat tegen een berg ligt gedrukt en bestaat uit een wirwar van smalle straatjes. Een mooie wandeling over ‘het olijvenpad’ langs het meer voerde ons terug naar Lugano, waar we lekker mondain genoten van een aperitief op een terrasje en nog wat peddelden op het water.
De keuken in Lugano is op en top Italiaans: pasta, pizza, risotto … Wij aten rustig en lekker in het restaurant in het park: gazpacho van watermeloen met een muntlolly en huisgemaakte farfalle van spelt. De gerechten waren wel zeer Zwitsers geprijsd …
Vegetarische topklasse
Op naar Milaan! Vanuit Lugano duurt dat met de trein maar een flink uur. Milaan is een lelijke stad, dat is het eerste wat we dachten toen we na aankomst door de straten dwaalden. Overal druk verkeer en niets dan lelijke gebouwen. Maar beetje bij beetje leerden we ook het andere gezicht van de stad kennen. Daar waar sommige Italiaanse oorden je meteen overspoelen met hun schoonheid, moet je er in Milaan naar speuren. Als je maar aandachtig genoeg kijkt, ontdek je toch vleugjes Milanese bellezza: de groene koelte van het Parco Sempione, de dense schuimlaag van een cappuccino, de ontelbare pinakels van de duomo, espresso drinkende mannen in maatpak, de donkere rust van kleine kerkjes, de immense collectie klassieke cd’s van La Bottega Discantica, het romige ijs van Grom. En Joia. Vooral Joia.
Ristorante Joia verdient eigenlijk een blogpost voor zichzelf, maar goed, ik probeer me te beperken tot de essentie. Wie vegetarisch wil eten op topniveau is in Joia aan het goede adres. Joia kreeg dan ook als enige vegetarische restaurant in Europa een Michelinster. Omdat ik nog nooit eerder in een restaurant met een ster had gegeten, was ik best wel een tikje nerveus. Maar al snel bleek dat dat nergens voor nodig was: Joia is qua inrichting beslist niet heel chic en er kwamen ook mensen in T-shirt dineren ;-) We kozen voor een 5-gangenmenu voor 75 euro en dat leverde een ideale ontdekkingstocht op in deze ‘alta cucina naturale‘.
Nog voor we aan onze eerste gang begonnen kregen we een verfijnde carpaccio van watermeloen en parmezaan. De watermeloen was zo voortreffelijk gemarineerd en zo uitermate zacht en ‘vlezig’ van textuur dat het bijna moeilijk was om ons voor te stellen dat we geen vlees aan het eten waren. Een prima start! En al wat nog volgde, stelde ons evenmin teleur: stuk voor stuk kunstig gepresenteerde groentegerechtjes. Bruisend van kleur, licht van textuur, verrassend van smaak. Het meest bijzondere gerecht had als naam ‘Onder een kleurrijk deken’ en dat was exact wat we kregen. Een laagje schuim in verschillende kleuren en smaken verborg allerlei kleine verrassingen die je al struinend met je lepel ontdekte.
Het dessert mochten we zelf uitkiezen. En ik was erg tevreden met mijn keuze voor ‘Vijf minuten’ dat onder andere een intens zuur-zoete terrine van chocolade en frambozen bevatte. Bij de koffie en thee kregen we nog wat extra zoete hapjes zodat we meer dan voldaan de tafel verlieten. Stiekem droom ik al van een volgend bezoekje aan Joia, in de hoop ook eens het 16-gangenmenu te proeven, maar in de eerste plaats geniet ik nog na van alles wat we aten.
Meer Milaan
Onze andere etentjes in Milaan waren een stuk eenvoudiger, maar zelfs na de unieke ervaring in Joia genoten we nog van enkele leuke adresjes. Natuurlijk zijn er ook in Milaan pizza, pasta en risotto in overvloed, maar wie wat anders wil, vindt genoeg alternatieven.
Chiù is een fijne plek om te lunchen. Laat je niet afschrikken door het feit dat je in een kaas- en vleeswinkel terechtkomt, want op de kaart staan verschillende vegetarische en zelfs een paar veganistische gerechten. Ik at bijvoorbeeld een frisse salade van spelt, tomaatjes, rucola en selderij.
Een van de leukste wijken waar we in Milaan belandden, was de buurt rond de Corso Garibaldi en de autovrije straatjes aan de Via Brera. ’s Middags zijn alle bars en trattoria’s er flink gevuld met lunchende Milanezen, maar dat zorgt voor een leuke levendige sfeer. Bovendien vind je hier – in tegenstelling tot vele andere plekken in Milaan – nog oude gebouwen, charmante steegjes en rustige pleintjes.
Op de piazza San Simpliciano ligt in de schaduw van de gelijknamige kerk het terras van de California Bakery. Niet typisch Italiaans, want allerlei Amerikaanse klassiekers zoals bagels, muffins en pancakes sieren de kaart. Wel weer een prima adres voor een veggie lunch. Ik twijfelde even over de hartige pannenkoek met gegrilde aubergine, maar koos uiteindelijk voor een smakelijke quinoaburger.
Bij di Viole di Liquirizia in de rustige Via Madonnina hebben ze een ruim assortiment thee van Mariage Frères, goede koffie en lekkere gebakjes. Ga op het terras zitten met een taartje en kijk om de Milanese sfeer op te snuiven naar de shoppende vrouwen die hooggehakt voorbij paraderen.
Ecologisch slapen op twee oren
Tot slot nog een hoteltip! Wij verbleven in het aangename Bio City Hotel, dat er alles aan doet om zo ecologisch mogelijk te werk te gaan zonder in te boeten aan luxe. We hadden een ruime kamer met een uitstekende badkamer en genoten ’s morgens van een verzorgd bio-ontbijt. Vooral zoetekauwen kunnen ongeremd smullen, want het ontbijtbuffet bevat naast vers fruit, huisgemaakte (vanille)yoghurt, ontbijtgranen, kaas, vlees, allerlei croissants en muffins, maar liefst drie verschillende taarten! Lekkere thee en goede koffie maken het compleet. Het hotel ligt niet in de mooiste wijk van Milaan, maar is niet ver van het Centraal Station en dat maakt het ook weer handig.
Voilà, bij deze heb ik ongetwijfeld een record gehaald: mijn langste blogpost ooit ;-)
PS: in Joia nam ik geen foto’s omdat ik ten volle wilde genieten van het eten. De volgende dag bleek mijn batterij dan weer leeg te zijn. Slechts enkele foto’s van Milaan dus …
wat een leuke blog heb jij, txs for sharing – Sandra van http://www.leeksandhighheels.com
Super! Onmiddellijk zin om te vertrekken ;-)
Volgens mij zit hier een bijdrage in voor het foodblog event http://donnacaramella.blogspot.be/2014/09/foodblogevent-september-2014.html…thema vakantieherinnering.
Het is bijna of ik er zelf bij was.
Hiltl is inderdaad fantastisch!