Abrikozenkruimeltaart

Abrikozen, frambozen, perziken, kersen… Mmm, al dat zomerfruit doet me watertanden. Ook al zijn deze vruchten heerlijk op zich, ze worden nog feestelijker als je ze gebruikt in gebak. Deze taart bestaat uit een bodem van super kruimelend deeg, met daarop een amandellaagje – denk aan een kruising van frangipane en macarons – en halve abrikozen. Ik maakte de taart ook al met frambozen en met een combinatie van beide vruchten: allemaal even yummie!

voor ca. 6 personen

Ingrediënten
• 175 g zelfrijzend bakmeel
• 35 g ruwe rietsuiker
• 125 g koude boter, in stukjes
• 1 ei, dooier en eiwit gescheiden
• 50 g blanke amandelen
• 50 g fijne suiker
• 4 à 5 verse abrikozen

Zo maak je het
Verwarm de oven voor op 200° Celsius.

Meng het bakmeel en de suiker en kneed de boter erdoor. Voeg tot slot de dooier toe en kneed tot een samenhangend deeg. Is je deeg te plakkerig voeg dan wat bloem toe; is je deeg te droog voeg dan een ietsiepietsie water toe. Wikkel het deeg in plasticfolie en laat het minstens een halfuur rusten in de koelkast.

Maal de amandelen samen met de suiker tot poeder in een blender. Het is belangrijk dat je de suiker samen met de amandelen mixt; anders geven de amandelen te veel olie af.

Was de abrikozen, snijd ze doormidden en haal de pit eruit.

Rol je deeg uit tot je een taartbodem van ca. 1 cm dik hebt. Bekleed een taartvorm met bakpapier en leg de taartbodem erin.
Klop het eiwit stijf en spatel het voorzichtig door het amandel-suikerpoeder. Strijk dit mengsel uit over de taartbodem. Leg de halve abrikozen erop en bak 30 à 35 minuten in de oven op 200° Celsius. Elke oven is anders, dus houd je taart in de gaten! Het amandellaagje moet net stevig zijn en zachtjes bruin kleuren.